Gisteren alles al klaar gezet om vanmorgen vroeg op pad te kunnen, het voelde een beetje als schoolreisje. Iets over 7 zat ik op de fiets en zo kon ik de zon zien opkomen boven de Hooilanden. Verbazend hoe snel dat gaat, eerst zie je alleen wat verkleuring bij de horizon, dan de grote oranje bal van de zon die in no time naar boven schuift. Prachtig.
Er waren nog een aantal mensen vroeg uit de veren om van de opkomst te genieten. Maar echt opvallend was de vogeldrukte. In de lucht en op de grond, het was een levendige boel. Ik zag een vogeltje omhoog vliegen en al zingend zich laten afdalen en dacht eerst even dat ik naar een veldleeuwerik zat te kijken. Maar nee, die gaan veel hoger en zingen daarbij ook veel uitbundiger. Toen had ik het door, ze zijn er weer: de graspiepers. En ze hebben er zin in. Veel gefladder om elkaar heen en volgens mij zijn het de mannetjes die de aandacht proberen te trekken met hun baltsvluchten. Mij kan het wel bekoren, in ieder geval. Ook weer in den lande zijn de wulpen. Echt een weidevogel die in het voorjaar prachtige baltszang laat horen. Wat een feest zo op de vroege morgen.
Bij het natuurhuisje aangekomen, zie ik een specht in de boom. Even goed kijken… ja hoor. Weer de kleine bonte. Deze soort heb ik twee keer eerder gezien, maar dan langs het Valleikanaal. Nu dus hier en het gaat om een vrouwtje. Zij heeft geen rood petje, dus dat is makkelijk te herkennen. Ik kijk iets naar links en daar staren de ogen van het steenuiltje mij aan. Precies op de plek waar ik altijd even onder de dakpannen kijk omdat dat zijn schuilplek is voor overdag. Maar het zonnetje schijnt al heerlijk en de steenuil staat erom bekend daar graag van te genieten.
Kleine bonte specht Steenuil
Op de terugweg langs het water was de torenvalk behoorlijk actief. Als je kijkt naar zijn staart dan zie je dat hij wat gehavend is aan de staartpennen. Maar hij kan er nog prima mee ‘uit de voeten’, gelukkig.
Verder best nog wat eendensoorten gezien waaronder deze mooie pijlstaartman. Een grondeleend die vanwege zijn wat langere nek dieper met zijn kop in het water naar voedsel kan zoeken dan zijn kleinere soortgenoten. De putter in de boom zong zijn eigen lied, altijd goed.
Pijlstaart Putter
En laat ik nou als klapper op de vuurpijl mijn favoriete winterkoning spotten, as always tussen de takken. Gelukkig hebben we geen koude winter, daar houd ik helemaal niet van en de winterkoning ook niet. Ik zou graag willen vertellen hoe de winterkoning dan aan zijn naam komt, maar dat weet ik dus niet. Wel dat er een soort sprookje over gaat, maar dat zal vast niet de echte verklaring zijn. Al zoekend kom ik een podcast tegen van de Vogelbescherming die uitvogelt hoe het zit: De magische WINTERKONING