Drie huismussen. Dat is het resultaat van een half uurtje tuinvogels tellen, gisteren. Magertjes, maar we doen het ermee…
Er is te weinig werk om mij als zzp’er erbij te vragen, dus voor de komende periode heb ik nog steeds de tijd aan mijzelf. Die vul ik graag met buitenleven. Zeg nou zelf, hiervoor kom je toch graag je bed uit:
Er liep nog een dame rond, eveneens te genieten van dit prachtige schouwspel. We raakten aan de praat, ze blijkt vlak bij ons te wonen. Alleen dan nog wat dichter bij het Zandgat. Laat zij onlangs daar twee wolven zijn tegengekomen. Wauw zeg, we wonen hier echt geweldig met natuurverrassingen ‘om de hoek’. Het liefst woon ik erín (die natuur, bedoel ik). Dream on en Funda in de gaten houden ;-).
In de sloot zitten heel wat wintertalingen. De kleinste eendensoort in Europa. Ze zijn erg schuw, dit keer bleef ik verscholen achter een boompje staan. Dat werkte, ze kwamen steeds wat dichterbij. Een klein beetje schoof ik op, maar door de hurken gaan durfde ik niet aan. Dat is teveel beweging en zou verstorend werken, want de fiets moet ik dan ook nog parkeren. Zo gaat het ook. Ik heb er een heel tijdje naar staan kijken, regelmatig vloog er een taling op om snel weer neer te fladderen. Een soort luchtdansje. Ze waren dan ook druk doende met elkaar. Het draait natuurlijk allemaal om de vrouwtjes. Uiteraard.
Rakker zat op zijn vertrouwde stek, dit keer kon ik hem ook frontaal in de goot vastleggen. Misschien herkent hij mij wel inmiddels. Wishful thinking, maar dat zou wel erg leuk zijn.
Twee kraaien voerden een hele serie duikvluchten uit. Het was ver weg, maar ik volgde het met interesse. Want zoiets doen ze niet zomaar. En jawel hoor, even later was er een derde vogel bij. De kraaien zwaaiden af en de derde ging ook zijns weegs. Ik moest toch die kant op, dus bleef goed opletten. Wat bleek, ze hadden een buizerd de boom in gejaagd. Letterlijk. En terwijl ik deze rover vastlegde, fladderde er rechts van me een paartje roodborsttapuiten naar de overkant van het water. Wat een verschil, zo’n imposante roofvogel en die fragiele zangvogel.
Vroeger deden we een spelletje genaamd ‘Annemaria KOEKOEK’: één persoon stond met de rug naar de andere toe. Die snelden zo snel mogelijk naar de betreffende persoon, maar als hij of zij zich omdraaide bij het uitspreken van KOEKOEK moest je stil staan. Als je nog liep, was je af. Een beetje dit idee paste ik toe om wat dichter bij deze dodaars te komen. Als hij dook en dus onder water was snel een paar stappen zetten en dan weer op de hurken, tot de dodaars oppopte als een duikeleendje.
Vlak voor het industriegebied ligt een weiland. Daar was een kramsvogel een maaltje wormen naar binnen aan het werken. Deze pony met fraaie haarlok hield het bij de grazige weiden.