Vroeg op om dit keer wat verder weg te vogelen, namelijk naar Arnhem bij park Lingezegen. Bij het kijkscherm van Waterrijk Oost was genoeg te zien: veel kokmeeuwen, kluten en visdieven maar ook slobeenden, bergeenden en dat soort watervogels. De meeuwen waren druk in de weer met het aanvoeren van nestmateriaal waarbij soms hele takken werden aangedragen. Ze deelden het eilandje met aardig wat kluten, hele sierlijke vogels ook al is hun kleurenpallet niet uitgebreid.
Er waren hier gisteren steltkluten gezien (toch echt wel weer anders dan de gewone kluut) maar die waren ‘m nu gevlogen. Hierna zijn we richting Waterrijk West gegaan, daar kun je via plankieren over het water lopen. Erg leuk aangelegd!
Vrij snel aan het begin zagen we twee steltkluten staan, die waren dus van Oost naar West verhuist. Deze vogels hebben wat meer kleur door de rozerode poten. En geen omhoog-wippende snavel maar een scherpe dolksnavel. Dan komt er een bruine kiekendief aan en hupsekee, weg zijn ze. Maar we hebben ze toch mooi gezien hier.
Er staat veel wind, dat is goed te zien aan de torenvalk die behoorlijk moet manoeuvreren in de lucht. Verder zien we nog een forse roofvogel, hoog in de lucht. Hij cirkelde door de thermiek steeds verder omhoog, determineren was lastig maar ik had al wel in de gaten dat het geen buizerd was. Het blijkt om een zwarte wouw te gaan, voor ons een nieuwe soort en dat is altijd een leuk momentje dan want zo vaak komt dat niet voor.
Tenslotte nog een visdiefje, die vlogen af en aan en dit is zo’n vogel waar je geen genoeg van kunt krijgen om naar te kijken en te fotograferen. Lijkt erg op de noordse stern maar kenmerkend voor de visdief is de zwarte punt aan het einde van de rode snavel. Als je die ziet, dan weet je genoeg.