Bewijs

Lopend over het fietspad richting bos hoorde ik prachtig vogelgezang. Het kwam van meerdere kanten en ik kon het niet meteen thuisbrengen. En daar zat die, de heggenmus. Hoog in het topje mooie riedels te fluiten. Met nog 2 andere soortgenoten zorgde deze zanger voor een vrolijke noot. Dat belooft wat.

Het leuke aan vogelen is dat je telkens weer verrast kan worden, het blijft spannend. Soms heb je meteen al leuke waarnemingen, soms duurt het even en een enkele keer valt het vies tegen. Dat laatste in dan minder maar als je vooraf al kunt weten wat je waar ziet, dan is het onverwachte eraf. En dat is juist zo leuk. Het begon dus goed met de heggenmus maar daarna duurde het echt even. Ik hoorde wel van alles, onder andere een specht en putters. Ik zag ook wel wat: mezen, winterkoning, merels en vooral roodborsten maar op afstand. Ik besloot de specht te zoeken en liep een pad omhoog.

En daar begon het. Links, rechts, hoog, laag, overal vogels. Ik glunderen natuurlijk, net of ik door een sprookjesbos liep. Trrrr, trrrr, trrrrrrr. Telkens die tromroffel van de specht. Ja, ja, ik kom eraan. Opeens: een staartmees. Een van mijn favorieten. Hij was snel weer verdwenen, maar dit was dé verrassing van de dag. Dacht ik. De specht kon ik niet vinden maar ik wist wel waar die ongeveer moest zitten. Dus toen ik buitenom bij het hek aankwam, die voor de tweede keer doorgegaan en meteen linksaf geslagen. Daar ergens moet die toch zijn… Opeens zie ik weer een staartmees, dit keer kon ik een redelijke foto nemen. Niet super mooi, maar wel een bewijsfoto. En daar, wat piept daar? Een goudhaantje. Het kleinste vogeltje in Nederland en o zo beweeglijk. Zit geen seconde stil maar ik heb ‘m op de plaat gezet. Staartmees én goudhaan, wauw. Het werd tijd om terug te gaan, dan maar geen specht. En terwijl ik richting hek loop, hoor ik weer die roffel. Van waar ik net vandaan kwam. Tja, als je dan een beetje vogelaar bent, dan loop je toch weer terug. Volhouden. En de aanhouder wint, want ik heb ‘m gezien: een mannetje Grote bonte specht. Die hebben een rode vlek in hun nek, de vrouwtjes niet.