Gisterenmiddag hoorde ik kabaal buiten, het bleek een ekster te zijn die een jonge spreeuw te grazen nam. ‘Not on my watch’, ik stier naar buiten en de ekster koos wijselijk het hazenpad. De kleine spreeuw fladderde wat rond, maar kon niet goed wegkomen. Matthijs (die ook op het rumoer afgekomen was) en ik stonden te bedenken hoe we dit konden oplossen, het spreeuwtje was ons voor en dacht wellicht dat het bij ons in de hal veiliger was dan op straat. Het was nog een klus om het jonkie weer buiten te krijgen. Uiteindelijk zat hij bij te komen in de achtertuin, niet al te erg verwond, maar toch wel van slag.
Er lopen best wat katten in de omgeving, dus het was nog steeds oppassen geblazen. Tegen half 8 vloog hij hogerop de klimhortensia in en daarna heb ik ‘m niet meer gezien. Hopelijk heeft hij zijn nest teruggevonden en gaat het weer.
Vanochtend in het Binnenveld waren de koekoeken zeer actief. Ik denk dat het leg-dag was vandaag. Man koekoek (rechts) koekoekte erop los terwijl mevrouw bekeek waar ze stiekem een ei kon leggen in andermans nest. Intrigerend. Overigens maakt het vrouwtje een heel ander geluid. Dus als je ‘koekoek’ hoort, dan weet je dat het om de man gaat.
Verder kwam ik nog een grote beer op de weg tegen. Deze flinke rups zal binnenkort gaan verpoppen om daarna als mooie nachtvlinder verder door het leven te gaan. Hij stamt af van de beervlinders. Deze familie heeft hun bijzondere naamgeving te danken aan het uiterlijk van de rups die, zoals je ziet, zeer dicht behaard is en daardoor (schijnbaar) aan een beer doet denken. Het kan verkeren.
Er staan al veel bermbloemen in bloei, ook de rode klaprozen poppen overal op:
Rietzangers lieten zich van alle kanten horen. Veelal zaten ze verder weg, maar deze durfde het aan om van dichtbij zijn skills te tonen. En wat nou het idee was van deze graspieper weet ik niet, maar hij fladderde een aantal keer vlak voor mij op het fietspad de hoogte in. Hormonen, wellicht.