Een maand niet naar het Binnenveld geweest. En hoewel ik de route op mijn duim ken, kan er veel veranderen in zo’n periode. Hoogste tijd dus voor een verkenningsronde. Lekker vroeg opgestaan en rond 6 uur op de fiets gestapt. De zon was al op en er hingen mistflarden over de weilanden. Dat was een mooie ‘binnenkomer’.

De temperatuur had ik een beetje verkeerd ingeschat, de eerste uurtjes zat ik te bibberen van de kou. Maar het was de moeite waard. Deze putter ging fanatiek een distelbloem te lijf, eet smakelijk! En een blauwe reiger had plaatsgenomen vlak achter een aantal paarse kattenstaarten, zo kan een gewone soort toch bijzonder uitpakken.



De weilanden staan vol veldbloemen, op de ene plek kleurt geel het geheel en iets verderop heeft paars de overhand.


Verder zie je her en der nog steeds klaprozen staan, wat een doorbloeiers zijn dat. Richting de herfst gaan we steeds meer spinnenwebben zien, ook al zo’n kunstwerk van de natuur.


Wat hoeveelheden vogels betreft is het nu karig. Ze zijn er wel, maar veelal goed verstopt in de begroeiing. Veilig voor de kleintjes en ook de volwassenen zitten in een kwetsbare rui periode. Ze houden zich dus gedeisd. Er vlogen wel veel juffers rond. Het blauwe lantaarntje (die men nogal eens libelle noemt) is zeer bekend, leuk om ook andere soorten te spotten. Helemaal als ze zulke welluidende namen hebben als tengere grasjuffer (links mannetje en rechts vrouwtje) en blauwe breedscheenjuffer (vrouwtje).



Al met al genoeg te zien dus. Toch kijk ik ook alweer uit naar de vogeltrek, met zwermende spreeuwenwolken en ganzen in formatie. Ach, alles op zijn tijd.