Van alles

Gisteren schreef ik er al over, er valt ‘van alles’ te beleven in het voorjaar op vogelgebied. Dé tijd dus om erop uit te trekken. We gaan naar Palmerswaard: rustig wat mensen betreft, maar altijd wel veel soorten vogels. We lopen het hek door en het is meteen raak. Een staartmees:

Dat is een veelbelovend begin. Wel bijzonder dat het een einzelgänger is, het zijn hele sociale vogels die vaak in groepjes van hot naar her vliegen. In het broedseizoen hebben ze wellicht meer behoefte aan wat rust. Er vloog nog een eenzame vogel over, een enorme wel te verstaan. De camera-instelling stond niet goed, dus hij was al een stukje verder voor ik een fatsoenlijke foto kon maken. Maar toch, wel een bewijsplaatje. Want het is niet zomaar een big bird, het gaat om een zeearend. Wauw zeg, die zie je niet vaak in deze contreien. De buizerd daarentegen is veel algemener en toch ook een pracht-roofvogel met die gevarieerde verenpatronen.

Er was veel vogelzang te horen en het kenmerkende, krassende geluid van de groenling kwam toch wel overal bovenuit. Ik vind het geen fraai deuntje, maar het is wel meteen duidelijk om welke vogel het gaat. Ook de pimpel deed erg zijn best en als ik moest kiezen welke ik het leukste vond, zou ik voor de pimpelmees gaan. Klein, pittig ding.

Op het water was goed zichtbaar dat de paarvorming tot stand aan het komen is. Met als exclusieve soort de tafeleend.

Al met al hadden we 30 soorten op de teller staan. En 0 voorbijgangers tegengekomen. Kijk, dat bedoelde ik. We hebben op de terugweg nog een rondje Plantage Willem III meegepakt. Ook daar was het meteen na het hek bingo: eerst zag ik een grote bonte specht en direct daarop zijn groene soortgenoot. Er liepen opvallend veel konikpaarden, wel meer dan 60. Verder niet veel meer gespot, maar genoeg moet ook genoeg zijn.