
De blauwborsten zijn op diverse plekken gestationeerd (ze zijn redelijk honkvast) en laten zich luid en duidelijk horen. Hun bekende riedeltje is doorspekt met imitatiedeuntjes, ik hoorde overduidelijk een watersnipgeluid uit de gele snavel van een blauwborst komen.
De zon schijnt bijna de hele dag en het licht is al vrij snel behoorlijk fel. Vroeg eruit dus, om het zachtere licht te benutten.

Bovenstaande foto is van 1 april, de dag begon met mist aan de horizon. En na de zonsopkomst breidde het zich steeds verder uit, de kleuren dempend. Toch vond ik deze slobeend mooi genoeg om te laten zien.

Toen de witte waas eenmaal was opgetrokken, kwamen er nog wat kleurrijke vogels ten tonele zoals de ijsvogel en de gele kwikstaart (de eerste voor mij, dit seizoen!)


Het duurt nog even voor het Pinksteren is, maar de pinksterbloemen bloeien al bijzonder fraai:

Iets verderop klom een blauwborst in de pluim van het riet om een zo hoog mogelijk plekje te bemachtigen en zijn lied alle kanten op te strooien. De witte vlek in de blauwe borst komt af en toe tevoorschijn.



Naast de vocale verleidingstactieken moet er soms ook even orde op zaken worden gesteld. Deze plevieren kwamen er niet helemaal goed uit en leken mij even aan te kijken om hulp…


Maar daar ga ik mij natuurlijk niet in mengen, dus moesten ze het onderling uitvechten op het strijdtoneel.

Na een paar fijne Binnenveld ochtenden is het ook prettig om een andere omgeving te bezoeken. Vandaag werd het Park Lingezegen net onder Arnhem. We hebben daar wel bijna vijftig soorten kunnen noteren, op twee locaties. Het was er super druk wat mensen betreft, maar we konden de samenscholingen prima ontlopen. Dit kneutje zat verdekt opgesteld te wiebelen op een tak achter een andere tak ;-). Dan moet je een beetje geluk hebben voor zo’n doorkijkje.

Er zwommen een aantal woerden (mannetjes eenden) rond, maar eentje was duidelijk anders dan de rest. Het betreft een parkeend, een mengvorm tussen verschillende kweekvormen en de wilde eend. Vroeger werden eenden rond boerderijen gehouden die daar vrij rondliepen. Deze waren geselecteerd op een hoge ei-productie en waren toendertijd productiever dan kippen! Toen eenden-eieren uit de mode raakten, zijn veel van deze eenden aan hun lot overgelaten. Deze boerderij-eenden hebben zich vermengd met de wilde eend en zie daar: de parkeend.


Voor deze kluutfoto zat ik op mijn knieƫn op een vlonder en hield ik de camera net boven het water.

In het tweede parkgedeelte was minder water en meer bosschage. De sleedoorn staat nu prachtig in bloei en zorgde voor een subtiele, aangename geur als je erlangs liep. De dagpauwoog weerspiegelt vergane glorie. De twee samen vormen een bijzonder contrast: vale, afgesleten vlindervleugels rustend op friswitte bloesem. Oud & nieuw.



Net op de terugweg parkeerden we nog even in de berm om naar scholeksters te kijken. Laten er op dat moment een paar kemphanen aan komen vliegen, een leuke toegift op onze fraaie natuurtocht!


