Prachtkleed

De natuur heeft op mij vaak een rustgevend effect. En met al die chaosmachten en krachten die de wereld in hun greep houden, heb ik behoefte aan een tegengeluid. Mussen die kwetteren, wulpen die ‘zingen’ en eenden die kwaken. Ver weg en dichtbij is er zoveel zichtbaar en onzichtbaar leed, en het komt zo binnen. ‘Kijk naar de vogels in de lucht. Gaat gij ze niet verre te boven…’

Die kwetterende mussen zaten in de hoge bomen aan het begin de Kooiweg. En terwijl ik mijn verrekijker wil pakken, hoor ik vlakbij een bekend geluid: patrijzen. Op een paar meter afstand. Leuk, die kom ik vaak tegen maar het verveelt nooit. Even verderop kleurrijke vogeltjes die langs de slootkant van paal naar paal vliegen en ondertussen her en der wat lekkers meepikken. Roodborsttapuiten. Terug van weggeweest.

De eenden kleuren prachtig in deze periode. We noemen dat het prachtkleed. Dat is het verenkleed dat sommige vogelsoorten (veelal de mannetjes) dragen tijdens de baltsperiode, zodat ze flink opvallen voor het andere geslacht. Het prachtkleed komt in plaatst van het rustkleed, dat vaak een betere schutkleur heeft door rui of versleten vleugelpunten. De mannetjes slobeend heeft weer zijn karakteristieke groene kop, net als de wilde eend. Overigens heeft de wilde eend als enige eendensoort gekrulde staartveren, grappig feitje, toch?!

Op het laatst kwam ik deze fuut tegen, nog in winterkleed. Deze dook telkens onder en kwam een eindje verderop weer boven drijven. In prachtkleed maakt deze soort meer furore en de paringsdans, die zou ik heel graag eens willen fotograferen. Wie weet gaat dat dit voorjaar lukken.