Ouderwets

Gisterenochtend zijn we om half negen vertrokken, richting de Flevopolder. Daar zijn we allereerst naar natuurgebied het Harderbroek gegaan, een leuke wandeling over kronkelige paden en meer open rietstukken om uiteindelijk bij een vogelhut uit te komen.

Die keek uit over een flinke plas met in de verte een enorme groep kievieten. Tussen de kievieten scharrelde bonte strandlopers en nog een soort (te ver om te kunnen determineren). De strandlopers vlogen even als groepje bij elkaar, daardoor konden wij ze op naam brengen. Verder kwam er een havik voorbij die meteen werd achternagezeten door een stel kievieten. Eerder vloog er ook al een raaf over ons heen, al met al een mooie start van de dag!

Hierna hebben we een prachtige wandeling door het Broekbos gemaakt. Ook hier weer slingerpaadjes, heel veel mos op de bomen en takjes, wat voor een speciale look zorgde. En dan al die verschillende paddenstoelen, prachtig! Van links naar rechts: ruig elfenbankje; viltig judasoor; peervormige stuifzwam; rode kelkzwam. De namen alleen al…

Uiteindelijk kwamen we aan bij de Kapiteinshut. Altijd een spannend moment, zal er iets te zien zijn? Nou en of:

Voor het overgrote deel bestond de groep uit kuifeenden. Maar daartussen zwommen slobeenden, wintertaling, dodaars, krakeenden, wilde eenden, tafeleenden, meerkoeten, grauwe ganzen en knobbelzwanen. Hier hebben we ons een heel poosje vermaakt. Grappig om een poetsende kuifeend te observeren, die keert zich op zijn rug om de buik een schoonmaakbeurt te geven.

Meerkoeten zijn vrij temperamentvol, deze meerkoet rende een heel stuk over het water tussen alle andere watervogels door. Het was een spetterende actie, maar de meeste kuifeenden dutten gewoon verder.

Een statige knobbelzwaan zwom een paar keer rustig voorlangs. Hij hield ons in het oog, maar nam verder geen aanstoot aan ons. Op deze foto vond ik zijn ‘fluffy’ nek zo fraai!

Mannetjeseenden hebben in winterkleed een heel ander uiterlijk. Ze lijken dan veel meer op de vrouwtjes, met een onopvallend bruinig verenkleed. Handig, want zo vallen ze minder op (en dat hoeft ook niet, want ze hoeven geen dame te versieren). Maar in het vroege voorjaar verruilen ze hun saaie tenue voor een prachtkleed. Een ieder doet dat op zijn eigen tempo. Hier zie je twee stadia, links een slobeend op kleur en rechts eentje die nog behoorlijk bij moet kleuren.

Omdat we toch in de polder waren, zijn we ook nog naar de Oostvaardersplassen gegaan. Eerst een broodje besteld en terwijl we buiten wachtten tot ons eten klaar was gemaakt, vlogen er DRIE zeearenden in ons blikveld. Majestueus, dat is het juiste woord voor deze giganten. Helaas is een groot deel van het gebied deze wintermaanden afgesloten voor publiek, dus ook wij gingen na de maaltijd op pad naar de uitkijktoren. Echt niks aan om met vele anderen een kaarsrecht pad te bewandelen, ook al is het in de natuur. We bleven dan ook niet lang in de hut, waar het uiteraard ook druk was. Maar konden nog wel even een zeearend in de boom spotten. Dat was dan weer meegenomen.

Er was ook een bokje gemeld bij een hut, waar we langs zouden rijden op de terugweg. Dat zou voor een een nieuwe soort zijn, dus daar nog even gestopt. Met aanwijzingen van kenners kregen we ‘m soort van in het vizier. Wij zouden deze nooit hebben gevonden en stel dat we er iets vogelachtigs in hadden herkend, dan nog konden wij zo’n bruin gemĂȘleerd koppie niet op naam brengen. Dat is voor de pro’s. Eenmaal weer in de auto op weg naar huis zagen we iets verderop langs het water een koereiger, nog zo’n bijzondere waarneming en dit keer op eigen houtje ontdekt. Zonder een hele stoet andere mensen, alleen wij. En de koereiger.

Het was een superdag, echt ouderwets lang (tegen half zes waren we weer thuis) en vol bijzondere soorten. En toch , als je mij vraagt waar ik het meeste van heb genoten, dan waren dat de dodaars bij de Kapiteinshut. Normaals gesproken super schuw, maar ze waren aan het roepen, zaten achter elkaar aan en zochten elkaar ook af en toe gezellig op. Cute!