Gisteren heb ik weer een hele dag in de vogelhut gezeten. Last minute geboekt (rekening houdend met het weer, een regendag in de hut lijkt me niet prettig) en ook als een van de laatste, want de hut gaat een paar maanden dicht. Begrijpelijk, want er was niet erg veel te zien buiten de koolmezen, vinken en spechten. Dit keer waren er heel wat ‘lege momenten’, die ik benutte door de gemaakte foto’s meteen te selecteren. Zo kwam ik met 41 foto’s thuis en daar heb ik er nog geen 10 van gehouden. Misschien denk je dat het niet de moeite waard is, maar toch zie ik dat anders. Ten eerste ben ik een dag lekker eropuit geweest én ik kon de winterkoning op de plaat vastleggen. Laat ik daar nou fan van zijn.
Een klein, pittig vogeltje met eigenlijk altijd wel een leuke houding. Zo ook deze boomklever die zich op het laatst nog even liet zien. Fier en fel. Net als de roodborst met zijn pronte houding, dat verveelt gewoon niet.
Alle drie de keren dat ik hier was, kwamen grote bonte spechten snoepen van de pindakaas, verstopt in de boomstamgleuven. Daar kan je wel foto’s van blijven maken, maar dan heb je steeds dezelfde plaatjes. Als er dan twee bij elkaar gaan zitten, dan is dat een welkome afwisseling. Links een juveniel vanwege het rode petje en rechts een mannetje met rode vlek op het achterhoofd.
Eind van de middag kwam hut-verhuurder Johannes nog even buurten en zaten we gezellig wat na te praten. Super dat hij zijn hut openstelt voor liefhebbers en hij heeft er een aardige verdienste aan. Gedeelde vreugd is dubbele vreugd. Ter afsluiting van de hutsessie nog een toegift:
Het is best wel een lange zit, zo’n hele dag ik een fotohut. Om dat te compenseren (en omdat ik het gewoon heerlijk vind) ben ik vroeg opgestaan voor een zonsopkomst in het Binnenveld. Omdat het later op de dag zou gaan regenen, had ik een kleurrijke start van de dag verwacht. Morgenrood, water in de sloot. Nog voor half zeven stond ik er helemaal klaar voor in het veld, camera in de aanslag. En maar wachten en wachten… helaas, de rand bewolking was te dik en geen mooie kleuren te bekennen. Toch was het niet voor niets, want ik zag wel vier kleine zilverreigers. Die zie je echt niet zo vaak hier en al helemaal niet zoveel tegelijk. Goede morgen dus! Ook de grote zilverreiger was present, zo kan ik het verschil laten zien. De kleine heeft een donkere snavel en gele poten, buiten broedtijd heeft de grote een gele snavel en donkere poten. Het verschil in afmeting zie je niet goed op deze plaatjes, maar je kan de kleine variant bijna twee keer in de grote kwijt.
Dat grootteverschil is ook duidelijk te zien in het foerageergedrag. De kleine zilverreiger went en keert en trekt een sprintje door het water terwijl de grote reiger statig rondstapt en rustig zijn momenten kiest. Op onderstaande foto kan je de prachtige sierveren zien van de kleine zilverreiger:
Er waren ook een aantal bosruiters, nog zo’n leuke soort waar een vogelaar blij van wordt.
Bij de Kooiweg vlogen twee torenvalken. Ze hadden mot met elkaar of waren speels aan het stoeien, het was in ieder geval spektakel. Poten in elkaar haken, duikelen in de lucht en zo in de clinch liggen dat je de ene niet meer van de andere kon onderscheiden. Puur vermaak voor de toeschouwer.
Toen alles in een wat rustiger vaarwater terecht was gekomen, werd er gespeurd naar voedsel om de energievoorraad aan te vullen.
Over eten gesproken, deze blauwe reiger heeft iets speciaals op het menu staan: verse kikkerbilletjes ;-).