Memorabel

Natuur = verwacht het onverwachte. Je weet nooit wat je tegenkomt, de natuur laat zich niet zo 1,2,3 naar jouw zinnen voegen. Dat is ook het mooie, vind ik. Omdat er volop ruimte is voor verrassing. En nou juist die onverwachte beleef-momenten in de natuur, dat houdt het spannend. Elke keer weer.

We begonnen de dag met een wandeling over de Plantage Willem III. Het was er heerlijk rustig, het parkeerterrein was leeg. Best uniek te noemen. In eerste instantie leek het ook wel erg rustig wat fauna betreft, dat was dan wat minder. We hoorden en zagen bijna niets en spraken er al over om naar Palmerswaard te gaan. Totdat we bij een vlierstruik aankwamen waar ‘muziek’ uit klonk (gepiep, gefluit… voor vogelaars klinkt dat als muziek in de oren). Boompiepers, roodborsttapuiten, kneu, er zat van alles in. En links daarvan ging de torenvalk op jacht. Met succes want even later zat hij van zijn buit te genieten. En iets verderop lichtten de witte vlekken van het damhert op in de vegetatie. Dus zo denk je dat er weinig te beleven valt en even later weet je niet waar je kijken moet.

We besluiten niet naar Rhenen te gaan maar naar het Binnenveld. Even kijken of de boomvalken er nog zijn. En ja, dat was het geval. Het was best apart, het leek net of ze wat test-vluchten uitvoerden. Soms heel kort, soms iets langer. Uiteindelijk kozen ze het luchtruim en vlogen ver buiten ons zichtveld. Eind september, begin oktober begint de reis naar Afrika. Hoog tijd dus om flinke verkenningstochten te maken en zo hun skills te verbeteren.

Een bruine kiekendief vloog laag over het veld, het viel me op dat bij de vleugel links een stukje handpen ontbreekt en rechts een hele armpen. Misschien door een treffen met een mede-kiekendief, er jagen inmiddels een heel aantal kiekendieven in dit gebied dus enige concurrentie zal meespelen.

Op de terugweg fietsen we nog even de Kooiweg op. Er is flink gemaaid, hele hopen maaisel liggen langs de kant van de weg. En nu komt het. We fietsen het pad af tot de bocht naar rechts. Daar blijven we staan en kijken recht voor ons uit. Want daar in het riet, op een paar honderd meter afstand, zit een reiger. Maar geen blauwe. Ook geen zilver. Wat blijft over… juist, een purperreiger. Wat ons betreft de eerste die we hier hebben gezien. We hebben elkaar gefeliciteerd daar op het pad. Echt waar, want deze waarneming is een felicitatie waard. We hopen van harte dat het een blijver is en dat er meer zullen volgen. De ree en witgat die we daarna nog zagen, waren ook leuk en het vermelden zeker waard. Maar de purperreiger, tja. Een gedenkwaardige ontdekking.