Kleur bekennen

Vanmiddag regen voorspelt, dus op tijd de auto in om toch nog even met Jeff te kunnen vogelen. Eerst zijn we naar Landgoed Lingedael bij Echteld geweest. We hoorden veel vogels maar zagen er in eerste instantie nog niet zoveel. Uiteindelijk hebben we na ons rondje 21 soorten op de teller staan, toch een mooie score. Waarbij de blauwborst en de cetti’s zanger (alleen gehoord maar dan kan je dan ook niet omheen, zo explosief als deze vogel fluit) onder de bijzondere soorten vallen. Als we dan kijken naar de grauwe gans, dan verwacht je daar niet zoveel van. Zeker niet op ook nog eens een grauwe dag. Maar moet je eens kijken wat een prachtige gans het eigenlijk is met die kleurige snavel en hoe bijzonder die nek-veren er uitzien. En dan die oranje oogring die weer matcht met de snavel:

Zo zie je maar dat het gewone ook heel bijzonder kan zijn, als je er maar oog voor hebt.

We reden verder naar de Willemspolder. Daar zat nogal wat leuks in de plas: berg-, slob-, krak-, kuif- en wilde eenden, kwikstaarten, blauwe reigers, meerkoetjes (uiteraard, die zitten overal) en jagende boeren- en oeverzwaluwen. We stonden op een soort dijkje en de zwaluwen vlogen rakelings over ons heen om vlak over het water te scheren. Luchtacrobaten zijn het, prachtig! Verder roodborsttapuiten gespot, nice. We hadden al lopend op de heenweg iets gezien dat een beetje aan een vink deed denken maar toch ook weer niet. Op de terugweg goed opletten en ja hoor, gescharrel aan de bermkant. Door de bewegingen weet je dat er iets zit maar ja, wat dan?

Af en toe stapten ze verder het pad op en bekenden zo duidelijk hun kleur: we hebben te maken met de kneu. En die is nogal kleurrijk van voren met rood op zijn borst en koppie (het mannetje dan, de vrouwtjes zijn minder uitbundig).