Intrigerend

Fiks vroeg uit de veren vanochtend. Het was zelfs een beetje fris buiten hoewel het overdag gewoon warm te noemen is, deze dagen. Ik werd verwelkomd door de koekoek die aardige capriolen uit kan halen, zoals je ziet. Zo ook de grutto’s, die hebben wellicht jongen en vlogen mij om de oren. Een aantal keer zag ik dat ze een lading poep losten, ik kreeg het idee dat ze het expres deden. Gelukkig konden ze niet goed mikken, dus ik bleef schoon. Wat later ging er een grutto pal voor me op een paal zitten, zogenaamd om me bang te maken. Daar heb ik ook een bijzondere foto aan overgehouden. Deze is te zien op mijn foto-pagina: https://rebekka.andesweb.nl/fotografie/dieren/.

Het water is al bijna opgedroogd aan de Kooiweg, dat zorgt er voor dat er steeds minder te zien valt daar. Maar vandaag had ik niets te klagen. Een poosje geleden heb ik de paring van de kleine plevier kunnen fotograferen en vandaag zag ik het resultaat. Een kleine plevier is al behoorlijk klein, de kleintjes zijn nog veel kleiner. Pingpongballetjes op pootjes:

Kleine plevier

Graspiepers zijn in het hele gebied in ruime mate aanwezig. Ook volop in de aanbieding zijn de vele muggen en vliegjes, intrigerend hoe de graspieper zoveel in zijn snavel kan hebben. Het lijkt me toch dat als die snavel open gaat, alles er weer uit valt?! Twee vliegen in klap is al een hele kunst, ik verwacht niet dat al deze vliegen in een keer gevangen zijn. Dus hoe blijven ze zitten, elke keer als er eentje bij wordt gevangen? Nog een vraag die bij me opkwam: Waarom de naam Trekvogelpad? Ga je op dit pad veel trekvogels tegenkomen? Of trekt het pad vogels aan? De graspieper komt er ook niet uit…

Op een bankje zit ik zomaar wat te zitten. Achter me vogelgekwetter in het riet, voor me een soort weideveld. Op korte afstand zit een bijzonder ‘vliegbeest’, ik richt de camera en zie dan een heel apart aanhangsel aan het lijfje zitten. Het lijkt wel een schorpioenenstaart. Dat vonden de naamgevers ook, want dit beestje heet een weideschorpioenvlieg. Met zijn vreemde snavelachtige bek wurmde hij diep in de aren en haalde daar allemaal mini-voedsel tevoorschijn. Wat is er toch veel te zien in de natuur. Moet je eens kijken naar al die segmenten waaruit het lijf is opgebouwd. Kunstzinnig.

Ook de bloemen in het veld, van de vloeipapierachtige papaver tot de sierlijke lelie, stuk voor stuk ‘a piece of art’!

En dan fiets ik terug naar huis, kom ik onderstaande tegen. Nou, eigenlijk reed ik erover heen, was al een stukje verder tot ik besloot terug te gaan. Want ook zoiets vind ik buitengewoon apart. Hoe komt er nou een visgraat met staartvinnen en zonder kop op dit fietspad terecht. Heeft iemand de vis gevangen/gekocht, ‘m op zo’n manier klaar gemaakt dat je uiteindelijk dit als overblijfsel hebt en dan van zich af gegooid op dit pad? Lijkt me stug. Maar ik kan me ook niet voorstellen dat bijvoorbeeld een aalscholver deze vis vangt, de kop eraf bijt, ‘m opslokt en dan deze restvorm zo uitkokt op het fietspad. Intrigerend.