Gisteren voelde als een echte lentedag. Zelfs de citroenvlinders maakten hun darteldans om het heerlijke weer te vieren. We wilden in de middag nog even eropuit, maar niet te ver weg. Het werd ‘het laantje’ in Overberg, een bosgebied dat iets verder ligt dan de Slaperdijk. We reden daar langs en er stonden rijen auto’s. Ons niet gezien, even vijf minuten doorrijden en wij waren ‘de derde auto’ op de parkeerplek. Veel meer kunnen er ook niet staan, dat scheelt.
Lekker rustig dus, maar ook erg nat. Op een aantal plekken liepen we langs de plassen op, ook in de berm was het sop, sop. Terwijl er tevens gedeeltes waren met veel dood, droog blad. Knisper, knisper. En op de terugweg nog een bospaadje met allemaal beukenbomen, dat ging van krunsch, krunsch. Al met al een melodieuze wandeling.



De vogels deden natuurlijk ook een duit in het zakje. Roodborsten, vinken, mezen, ieder zong zijn eigen lied. Een paar goudhaantjes produceerden zachte, hoge piepgeluidjes. Even goed zoeken en ja hoor, ondersteboven in de toppen van de bomen. Typisch goudhaantjesgedrag.
Even verderop viel ons oog op het uitbotten van de dennenbomen. Prachtig!


Laten we nou ook nog een houtuil tegenkomen. Geen nieuwe soort ontdekt hoor, ik bedoel het letterlijk. Bij een huis in het bos stonden stijgers om een forse, afgezaagde boomstam. Iemand is zeer kunstzinnig een uil aan het vormgeven.


Het is geen enorm gebied, toch is het een heel afwisselende route. Op deze open plek zorgde de wolkenlucht voor een interessant plaatje.

Aan het eind van deze weg stonden reeën te grazen tussen de heide. Ze waren alert, maar stoorden zich verder niet aan ons. Een mooie afsluiter.

De komende dagen heb ik geen gelegenheid om naar het Binnenveld te gaan. Dus de mogelijkheden benutten, leek mij een verstandige keuze. En zo was ik vanochtend voor zonsopkomst ter plaatste. Erg veel bewolking, maar het trok snel open. Bij de Kooiweg zwommen wel vijftien zwanen in de plas. Enkele hadden amoureuze neigingen. Af en toe werden die verstoort door een indringer, er was weinig privacy. Toch weerhield dat ze er niet van om af en toe een sierlijke dans uit te voeren, zoals het koppeltje achterin.

Aan de waterkant was een paartje scholeksters aan het keuvelen. Een ander exemplaar vloog wat rondjes boven het water. Misschien wel om indruk proberen te maken, wie zal het zeggen.


Vandaag weer prachtige wolkenluchten te bewonderen, daar staat ons kleine landje ook wel om bekend:

Rakker laat zich niet zien, misschien hokt hij al samen met zijn partner in de uilen-nestkast. Goed in de gaten houden. Wie weet zijn er over een poosje uilskuikens te bewonderen. Een steenuil is klein, maar het kan altijd nog meer ieniemini. Want hoewel hun bouwsels duidelijk zichtbaar zijn, is het toch even zoeken naar de makers van deze web constructies. Links is een krabspin en rechts een poelpiraat.



De waterral bleef tussen het riet zijn kostje bij elkaar zoeken. Hij liep in de richting van een open stukje, ik hoopte daar een wat rustiger plaatje te kunnen maken. Hij dacht er duidelijk anders over en trok een sprintje waarna hij de veilige beschutting van het riet indook.

