Goud

Heerlijk, de zon is weer zichtbaar. Wat doet dat goed, niet alleen vanwege de warmte maar ook hoe alles er uitziet. Die grauwe deken van afgelopen weken is niet bepaald helpend voor je humeur. Logisch dat ik vandaag weer op de fiets stap richting mijn vertrouwde stekkie. De Kooiweg sla ik over, daar worden werkzaamheden verricht.

Al snel komt DE sloot in zicht, daar is het even opletten geblazen. En ja hoor, in een oogopslag zie ik het silhouet van een dodaars tussen het eendenspul. En na beter kijken blijken er twee te zijn. Ze wisselden elkaar steeds af waardoor ik dacht dat het er 1 was die een typisch duikpatroon erop na hield. Tot ik ze beide tegelijk in de smiezen kreeg. Vanwege tegenlicht is het lastig om de andere eenden goed te determineren. Thuis kom ik erachter dat ik het bijzonder had getroffen. Op deze foto staan i.i.g. krakeenden, wintertalingen, slobeend, meerkoet en dodaars. Een gemengd clubje dus.

Verderop valt mijn oog op een groepje knobbelzwanen. En deze in het bijzonder, ze waren lekker aan het grazen. Maar je zou met een beetje verbeelding zo het gras kunnen vervangen door water… Daar eten ze waterplanten en waterdiertjes. Best handig om dan zo’n lange nek te hebben, daarmee kom je op plekjes waar de grondeleenden niet bij kunnen. Wat grondelen is? Met de kop en borst onder water naar voedsel zoeken. Wintertaling, krakeend en slobeend zijn grondeleenden. Deze eenden hebben dus niet zo’n groot bereik en moeten hun voedsel dichter bij het wateroppervlak zoeken. Maar je hebt ook ‘duikers’. Kuifeend, tafeleend, krooneend, dat zijn duikeenden. Best makkelijk om het verschil te zien. Als je een eend op z’n kop in het water ziet, dan is het een grondeleend. Verdwijnt die helemaal onder water, dan is het een duikeend.

Uiteraard weer een heel aantal dodaars tegengekomen op de terugweg. Nog een leuk gesprek gevoerd met een dame die zich afvroeg wat ik in het riet zag. En toen nog een laatste landschapsfoto gemaakt van de prachtige gouden gloed die de zon geeft aan het riet. Genieten!