Waarom ik toch zo vaak voor dag en dauw opsta om naar het Binnenveld te gaan? Nou, dat kan ik wel vertellen, maar misschien kan ik het beter laten zien:
Als je mijn blog volgt, dan weet je dat het lang niet elke keer zo’n spektakel is. En het zal ook aan mijn karakter liggen dat ik het fijn vind om op bekend terrein te zijn. Toch is het elke keer weer anders. De ene keer een prachtige lucht, de andere keer een bijzondere vogelwaarneming en meestal het gewone ‘natuurleven’ dat buitengewoon boeiend is.
In de fotografie heeft men het wel eens over ‘het gouden uurtje’. Daarmee wordt de periode bedoeld vlak na zonsopgang en net voor zonsondergang. Het licht is op die momenten zacht en warm en kleurt de lucht vaak goud of oranje. Je krijgt dan een hele andere sfeer in je foto’s, dan wanneer je een uur later dezelfde afbeelding zou maken.
Terwijl ik de zonsopkomst fotografeerde, kwam er een ijsvogel voorbij. Verder veel reigers in het gebied, kievieten en spreeuwen. En de tapuit… geen enkele gespot. Vorige week de één na de ander, nu lijken ze allemaal de hort op. Wel zat er een torenvalk op een hoogspanningsdraad. Blij dat ik die even heb vastgelegd, zo kan ik duidelijk het verschil in grootte laten zien tussen deze en de slechtvalk (een jong exemplaar). Die zat verderop bij het weerstation te chillen. Maar vergis je niet, als deze op jacht gaat, dan kun je je beter uit de voeten maken. Die klauwen zitten er niet voor de sier.
Langs het Valleikanaal hoorde ik een ’tjik’. Dat klinkt als een specht, zei ik tegen mezelf. En als het klinkt als een specht, dan is het een specht:
Vlakbij huis fietste ik achter een jongeman met een hippe jas. Op de achterkant stond: In GOLD we trust. Ach, daar denk ik toch wat anders over. Hoewel, je hoeft alleen maar de letter L weg te laten en dan klopt het weer.