To go, or not to go, that is the question… Buienradar kan dan wel in blauw de neerslag aangeven, het is even de vraag wat de praktijk gaat geven. Voldoende bescherming tegen nattigheid meegenomen en toch op de fiets gestapt, met een accu die de hele nacht aan de lader heeft gezeten. Zal vast wel goed gaan, zo.
Een grijze miezerdag, daar is fototechnisch niet zoveel uit te halen. Maar buienluchten zijn prachtig. En hoewel het erg donker was vanwege de bewolking, bracht de zonsopkomst toch wat kleur in de lucht.
Door het vele vogelen krijg ik steeds meer feeling met bepaald vogelgedrag. Je leert als het ware om vogels ’te lezen’. Dat werkt volgens mij ook zo met de natuur. Door het vele buiten zijn, kun je de buien (en wanneer er nattigheid uit gaat komen) beter aanvoelen. Een poosje kon ik in het veld genieten van de dreigende luchten tot ik bij deze bui aan voelde komen dat het handig zou zijn om dekking te gaan zoeken, want deze zou ik niet kunnen ontlopen:
Krukje geïnstalleerd, paraplu in de aanslag, beschermhoes om de camera, ik was er net klaar voor toen de eerste druppels vielen. Gezellig onder de plu de bui uitgezeten. Wat een mooi begin van de dag. Blij dat ik toch ben gegaan!
Hier heb ik wat overvliegende ganzen gezien, een aantal watersnippen (toepasselijk) vlogen langs en twee torenvalken waren op muizenjacht. Verder her en der nog wat klein grut zoals de roodborsttapuit, maar veel was het niet. Rond kwart voor acht weer opgestapt en verder gegaan met mijn ronde. Laat ik nou al heel snel op een kwetterende winterkoning stuiten en terwijl ik daarvoor stilstond, kwam er een groepje gezellig kwebbelende putters vlak naast me in de bomen zitten. Kijk, dat is nog eens een verrassing. Geen last van ochtendhumeur, deze gasten.
Langs het Valleikanaal is een hele strook nieuwe natuur aangelegd, vanwege de vele regen is het daar flink nat en dat is prettig vertoeven voor de vogels. Er stonden drie lepelaars te dutten, duidelijk geen vroege vogels deze ochtend. Ook de kieviten daarachter waren voor een groot deel nog in ruste.
De Kooiweg was ik op de heenweg voorbijgereden, die wilde ik nog even meepakken. Op weg daar naar toe brak de zon heel licht door het wolkendek, mooi.
In het weiland naast dit gebied zat een buizerd op een paaltje met een voor mij vrij pronte houding. Bij de plas nog een kneu gezien en volgens mij ook een heel aantal in vlucht, maar dat ging te snel om met zekerheid te determineren. Een uitleg van de vogelbescherming over deze soort onderschrijft mijn vermoeden: Vanuit de liefst doornige struiken ondernemen kneuen in kleine groepjes voedselvluchten van soms drie kilometer naar plekken met een rijk aanbod aan zaden. Vanaf juli vormen zich groepen op voedselrijke plekken.
Ten slotte al bijna bij huis nog een juveniele spreeuw op een treinafrastering, de prachtige kenmerkende veren komen net door de donsveertjes heen.
Boven hem op de elektriciteitskabels zaten wat boerenzwaluwen. Beetje poetsen, rekken en strekken links en rechts en ready to go: