Flierefluiter

De bosrietzanger is een laatkomer, hij komt uit zijn overwinteringsgebied in Afrika en vliegt enorme afstanden achter elkaar. Eenmaal gesetteld zingt hij erop los, hij imiteert allerlei andere vogels zodat je zomaar merel-gezang hoort uit zijn opengesperde snavel. Of een Afrikaans deuntje, opgepikt tijdens zijn verblijf daar.

De Hooilanden staan vol bloemen, grassen en riet. Alles wuift en ruist, prachtig.

Bij de eeuwenoude veeneiken viel mijn oog op een plantje dat uit het oude hout groeit. Verbazingwekkend, toch!?

En opeens vloog daar mevrouw koekoek voorbij. Meneer zat in de verte te koekoeken en zij ging als een ‘stille Willie’ het luchtruim door.

Een klein koolwitje fladderde van hot naar her. Net als bij vliegen vraag je je af of ze gewoon maar wat doen, of dat ze toch een bewuste route kiezen, die wij niet kunnen ontdekken.

Deze rietzanger was ook heen en weer aan het vliegen. Daar zat wel een duidelijk patroon in: fluiten, vliegen, fluiten, vliegen, fluiten enz. Met de kanttekening dat tijdens het vliegen nog steeds gefloten werd. Wat een flierefluiter.