Gisteren voor het eerst sinds lange tijd de Amerongense Bovenpolder bezocht. We waren de auto nog niet uit of een bosrietzanger verwelkomde ons. En in de verte zong de koekoek er lustig op los. Nou, dat begon al goed. Uiteindelijk ongeveer 40 soorten vogels waargenomen, een mooie score voor een relatief korte wandeling. Over all geen spannende ontdekkingen gedaan, maar op het laatst toch een fraaie onverwachte roofvogel gespot. Daar kom ik straks nog op. Eerst het bijzonder gewone zoals de blauwborst en de fitis, die hun fraaie riedeltjes lieten horen, net als de putter.



Of de grasmus die in al zijn eenvoud iets heel unieks uitstraalt (vind ik dan):

Naast onze gevederde vrienden waren er ook veel insecten te bewonderen. Wat dacht je van het o zo bekende lieveheersbeestje… Op een apart gevormde bloemscherm krijgt het ‘rode kevertje’ meteen een artistieke uitstraling.

Ook de weidebeekjuffer is het bekijken waard, wat een kleuren! Hier een mannetje, vrouwlief kleurt groen.

Het viel voor mij niet mee om foto’s te maken, want de hooikoorts sloeg hard toe. Er ging een heel pakje zakdoeken doorheen tijdens de wandtocht, het ‘water’ bleef stromen. Toch maar proberen om van het goede te genieten.

Er dartelden aardig wat vlinders de weide door. Deze blauwtjes zijn vrij klein, best fragiel en o zo mooi.


En dan komen we bij de eindklapper: een rode wouw. Heel erg in de verte cirkelde een roofvogel. Meestal gaan we uit van een buizerd, maar ik zag dat er toch iets anders aan was. Foto genomen, die flink ingezoomd en daar werd een gevorkte staart zichtbaar. Toen wist ik het meteen: een wouw. Het duurde niet lang of een buizerd kwam erop af om de ongewenste bezoeker te verdrijven. Gaaf om zo’n luchtgevecht te zien.


Als afsluiting een bergeend die uit zichzelf de benen nam. Duck duck go!
