Een bijzondere ervaring, ik fietste door de weilanden en zag wat flarden mist eroverheen hangen. Mooi natuurlijk maar die mist werd steeds dikker. Op een gegeven moment stond ik in een diffuse, witte wereld. Gelukkig ken ik de omgeving goed en kon ik er wel van genieten. Alleen foto’s maken was wel een flinke uitdaging geworden.
Maar zoals vaak in het leven trok ook deze mist weer op en werd de wereld steeds overzichtelijker. Bij het verlaten van de Kooiweg, lag deze nog wel in nevelen verhuld maar toch was er al weer aardig wat kleur te zien.
Ook hoorde ik hier de zeer duidelijk roep van de koekoek weerklinken. Dat is toch anders dan dat je een grutto hoort. Beide prachtvogels maar een koekoek heeft toch iets mysterieus over zich. Iets stiekems ook, omdat deze vogel zijn ei in het nest van een andere soort legt. Dan moet je wel behoorlijk koekoek zijn om dat te doen, misschien komt daar die uitdrukking ook wel vandaan. De vogels van wie het nest hiervoor gebruikt wordt, worden ook wel waardvogels genoemd en het gaat dan om de kleine karekiet, heggenmus, graspieper, witte en gele kwikstaart. De koekoek zorgt dat het ei lijkt op die van de waardvogel. Vrouwtjekoekoek haalt een ei van de waardvogel uit het nest en legt daarvoor in de plaats een eigen ei. Het koekoeksjong werkt snel na uitkomen de andere eieren of kuikens uit het nest waar hij ongeveer 17 dagen nog zal bivakeren. Na uitvliegen wordt hij nog 2 à 3 weken gevoerd door de veel kleinere waardvogels die zich een slag in de rondte moeten werken voor dit reuzenkind. Overigens ben ik geen koekoek tegengekomen langs het valleikanaal, waar ik de roep vandaan hoorde komen.
Wel deze blauwe reiger die redelijk dichtbij in het zonnetje zat op te warmen. Ik vind ze er vaak wat verkleumd uitzien, dat komt denk ik door de houding. Deze zat vlak bij de waterkant waardoor de spiegeling leuk uitpakte:
De gele kwikstaart zorgt voor een vrolijke noot, letterlijk door zijn zang maar ook figuurlijk door het vrolijke, felle geel van zijn borst. Ook het raap-/koolzaad langs de bermen zorgen op deze koningsdag voor een feestelijke sfeer.
Er is een soort gezegde over de kleine karekiet: ‘die hoor je wel maar zie je niet‘. Vandaag echter wel, hoewel het nog wel even zoeken was tussen de rietstengels. De blauwborst daarentegen kwam een privé-show geven op minder dan twee meter afstand. Het is zoals mijn vader laatst opmerkte: vogels kijken is meer dan leuk!
Vanmiddag zijn Jeffrey en ik ook nog samen eropuit geweest. Nee, niet de drukte in maar naar Palmerswaard in Rhenen. Gegarandeerd rustig, zei ik nog tegen Jeff. Bij de rotonde stond verkeersregelaar, we mochten doorrijden en aansluiten in de rij. Want we moesten betalen. Hoezo? Omdat het Koningsdag is en er een hele meute op de been is. Hoempapa muziek, oranje boven (en beneden, links en rechts en overal). Ik ga niet keren in deze drukte dus sluit braaf aan, we betalen de parkeerkosten en ik zet de auto op het grote grasveld, op aanwijzen van een parkeerhulp. Pfff, weg hier. Snel het weiland door en de andere kant op, bij de drukte vandaan. En het werkt, de muziek gaat naar de achtergrond, de vogelmuziek wordt steeds duidelijker. KOEKOEK, KOEKOEK. Zo, dat is andere koek hoewel het van ver komt en we daar nog lang niet zijn. We tellen wel meer dan 30 vogelsoorten op onze ronde waarbij deze futen behoorlijk wat uit de kast haalden om elkaar (en ons) te versieren:
Voor mij is dit feest vieren waar ik volop van kan meegenieten! Dan horen we het weer en nu op een andere plek, aan de overkant van het water. We speuren de bomen aan de oever af en ik zeg nog: ‘Het zou mooi zijn als die in de kale boom zou zitten…’. Wat denk je, raak. Maar ik zie ook nog een ander vogeltje, iets ernaast. Snel foto’s gemaakt en opeens vliegt de vink (want daar hebben we het over) de koekoek aan. Nou zeg, die zegt duidelijk geen dank je wel maar vlieg op met je koekoek. Wat ook gebeurd.
Na dit avontuur eist de knobbelzwaan nog even de aandacht op door met de veren te pronken. Ik blijf graag op afstand van deze soort na vroeger een keer aangevallen te zijn door zijn zwarte familiegenoot. Ik kan je zeggen, ze zijn heel groot als ze uit het water en op je af komen. Deze bleef gelukkig op z’n plek en zo kon ik door wat bladeren heen ‘m op de plaat zetten. Blij mee.