Boven Jan

Het beloofde gisteren een mooie dag te worden. En waar kun je die beter beginnen dan in het Binnenveld?! Geen spektakel in de lucht, wel gewoon mooi.

Veel zwermen kievieten in de lucht, prachtig hoe alles zwenkt en ‘danst’. Verder geen bijzonderheden, maar een gewone aalscholver in de morgenzon is het vastleggen waard.

Ook bij de Kooiweg waren veel kievieten, verder een enkele baltsende wulp en wat meerkoeten in het water. En veel graspiepers, op bijna elke plek kun je deze kbv’tjes (kleine bruine vogeltjes) nu tegenkomen. Ook druk doende om indruk op elkaar te maken met hun bijzondere baltsvlucht. Als een veldleeuwerik vanuit de hoge naar beneden komt zetten, dan lijkt het meer op omlaag storten. Een graspieper gaat juist in slow motion naar de grond, een leuk gezicht. Vanaf de Kooiweg wilde ik richting steenuil, maar het fietsen ging steeds hobbeliger en al heel snel reed ik op mijn velg. Panne. Wat een pech, de achterband was helemaal plat. Naar de parkeerplaats gelopen en daar de fiets gestald. Tja, en toen zat er niets anders op dan de benenwagen nemen. Dat is nog best leuk als je langs het Valleikanaal loopt. Helemaal toen deze fuut langszij kwam zwemmen.

Maar het was wel een fikse wandeling voor mijn doen, na ongeveer anderhalf uur was ik thuis. ’s Middags een poos buiten in het zonnetje gezeten, boek en kopje thee erbij. Ik was al snel weer ‘boven Jan’. Jeff heeft mijn fiets na zijn werk opgehaald, die stond er gelukkig nog. Ook nog de band voor me geplakt en zo kon ik vanochtend voor een herkansing gaan. Bij het parkje hoorde ik een bekende roep en meteen schoot een blauwe flits (oftewel ijsvogel) voorbij. Wauw, goed begin.

Uhh, te vroeg gejuicht. Iets verderop liep de band in rap tempo leeg en kon ik op mijn schreden terugkeren. Fiets aan de hand, het was niet zo ver lopen. Fiets in de schuur gestald en over naar plan B. De reservefiets gepakt en daarop alsnog naar het Binnenveld getogen. Geen zon, geen kleur. En toch, je gaat daardoor nog beter kijken. En zo viel me deze mooie hangmatspinnenwebben op. De naam behoeft geen uitleg. Leuk feitje is dat deze hangmatspinnen door de lucht kunnen zweven. Dan laten ze een gesponnen draad vieren met de wind en als die draad lang genoeg is, vliegen ze ermee omhoog. Sommige soorten kunnen op deze manier tot 10 kilometer hoogte klimmen.

Geen steenuiltje te bekennen en ook de waterrallen lieten zich niet zien of horen. Het miezerde ook nog af en toe, een mistige bedoening:

Nog beter kijken. En daar zag ik een paar grauwe ganzen, wel toepasselijk eigenlijk ;-). Ik heb gewoon gewacht op een aparte pose en zo probeerde ik er wat van te maken.

In een uitloper van het Valleikanaal zag ik scholeksters heen en weer scharrelen. Het is daar erg ondiep, ideaal om lekker te struinen.

Ze hebben een kenmerkende roep: te-piet-te-piet! Laat ik die nou ook op het industrieterrein horen, onmiskenbaar. Even goed zoeken en jawel hoor. Bovenop de panden van Jan van Steenbergen zag ik een paar stelletjes. Scholeksters broeden meer en meer op daken. Ze leggen hun eitjes in een klein kuiltje in kiezelsteentjes, perfecte camouflage.

Thuisgekomen moest ik nog wel het euvel van de fiets oplossen. Gelukkig zit er een paar straten verderop een goede fietsenvakman. En laat Edwin van MTB ook nog eens tijd hebben, waardoor de fiets alweer tiptop in de schuur op me staat te wachten. Klaar voor nieuwe ontdekkingstochten.