Binnenvelder

Omdat er steeds weer wat nieuws/anders te zien is, verveelt het Binnenveld mij nooit. Afgelopen week veel ruimte gehad om de natuur in de gaan en dat doe ik dan ook graag. Er zijn opvallend veel slobeenden ‘in omloop’, ze vliegen af en aan. Bij de vogelbescherming lees ik dat ze zeer plaatstrouw zijn en hun nest op een beschutte plaats in dichte vegetatie maken. Het vrouwtje broedt, het mannetje waakt in de naburige sloot. Dat verklaart waarom ik vooral zoveel heren zie. Er kwam ook nog een krakeend-dame vanuit de sloot recht op me afvliegen. Ik hoefde net niet te bukken.

Op veel plekken staat het fluitenkruid in bloei, zo ook langs het water. Vrouw rietgors had een lekker hapje in het vizier. Smakelijk!

Er vloog een zwarte kraai over die er helemaal verfomfaaid uitzag wat verenkleed betreft. Zoiets zou ik verwachten in de ruiperiode. Maar dat duurt nog even. Nu gaat het erom strak in het verenpak te zitten. Dat laat dus te wensen over…

Er staan aardig wat paardenbloemen langs het pad, het blijft leuk om daar mee te experimenteren. En Rakker de steenuil zat op zijn post. De plek van eLlie is nog steeds afgedekt. Heel benieuwd of ze daar nu nestelt en die afrastering een interventie is ter voorkoming van rovers, of dat ze hierdoor wordt gedrongen de nestkast te gebruiken in de boom ernaast. Ik heb nog geen uilskuikens ontdekt in ieder geval.

Bij een plasdras-gebiedje waren kemphanen aan het foerageren. Krachtvoer opdoen voor de verdere trektocht naar hun broedgebieden. Want in Nederland broeden ze bijna niet meer, dat doen ze nu op de arctische toendra. Ze voelen zich thuis in zeer natte graslandgebieden. Laten wij nu de boel flink droog hebben gelegd, tja, dan krijg je dat ze uitwijken naar elders.

De gele kwikstaart voelt zich wel thuis hier, met zijn voorkeur voor landbouwgebieden. Hopelijk blijft daar nog wel ruimte voor, hoewel je tegenwoordig nergens meer van op moet kijken. Veel boeren maken zich in ieder geval grote zorgen. Hoop van harte dat er een positieve kentering komt en er ruimte blijft voor de harde werkers die met hart voor de zaak én de natuur willen blijven boeren. En kunnen wij blijven genieten van deze vrolijke kwik.

Er waren een aantal grote zilverreigers geland in de Hooilanden. Maar die eten ook kleine vogels en aangezien er volop klein grut te vinden is nu, kwamen de ouders in actie. De reigers werden subiet verjaagd door grutto’s die ze een onvriendelijke uitgeleide gaven. Desondanks vertrokken ze stijlvol en vlogen synchroon het gebied uit.

De Koninklijke Luchtmacht kwam laag overvliegen, een krachtpatser van formaat maar geef mij dan toch maar de gierzwaluw die op geheel unieke wijze over een superkracht beschikt: altijd in de lucht kunnen blijven en alleen om te broeden zijn (mini!)pootjes als landingsgestel gebruikt.

Inmiddels al twee dagen op rij prima weer gehad, maar de natuur geeft zo zijn eigen signalen dat er verandering op komt is: Kring om de zon, regen in de ton.

Onlangs heb ik een boek gelezen over het brein en het lichaam. Af en toe behoorlijk zweverig, maar ook met mooie zienswijzen. Wat mij erg aansprak is de oproep om meer te leven in het nu. En dat probeer ik dan ook in de praktijk te brengen. Dus ik geniet van het lekkere weer nu en maak me niet druk over die aankomende nattigheid. Deze kleurige putter zal ook leven bij de dag. Zeg nou zelf, niemand weet toch wat er morgen staat te gebeuren.

Nou, die natte toestand is wel degelijk gekomen. En hoe… met bakken uit de hemel. En toch, eerst kon ik vanochtend voor de derde dag op rij mijn ronde maken. Vroeg uit de veren is voor mij geen probleem. Deze tureluur had er wat meer moeite mee.

Duidelijk zichtbaar zijn de muggen om ‘m heen. Ik denk dat ik daardoor te grazen ben genomen, want gisteren stond ik met een soepoog op nadat ik eerder al een bultje had geconstateerd. De zonnebril is dan een uitkomst om toch op pad te kunnen, ik laat me door zoiets niet uit het (Binnen)veld slaan. Maar vandaag zag ik op mijn andere oog zo’n zelfde soort muggenbult verschijnen. Benieuwd hoe ik er morgenochtend uitzie. Je moet er wat voor over hebben, Jeff noemt mij een heuse Binnenvelder. En dat is een naam om trots op te zijn!

Enfin, er was weer iets nieuws te ontdekken, namelijk zeer fraaie bosruiters. Ranke steltlopers die op doortocht zijn, beetje hetzelfde verhaal als de kemphanen. Door het wegvallen van zijn leefgebied, een natte zoetwateromgeving, is hij nu vooral nog te zien in de trektijd (voor- en najaar).

Deze dagen sloot ik af met mijn minst favoriete vogel: de meerkoet. Die is super territoriaal, maakt een schel kabaal en als klap op de vuurpijl zijn de kuikens ronduit lelijk. Zoals je ziet heb ik er geen goed woord voor over. En toch. Zelfs deze soort kan mij boeien. Op een paar meter afstand mocht ik genieten van een gezinnetje met 7 kleintjes. Pa en ma waren druk in de weer, ze liepen zelfs om me heen te scharrelen op zoek naar voedsel. Stuk voor stuk kregen de rare ‘clownskuikens’ iets van hun gading. Het was heel speciaal om daar op de grond te zitten met dit tafereeltje om me heen.

Tenslotte nog een open vraag. Iets waar ik niet achter ben gekomen, ook niet met behulp van internet. Want sterk inzoomend viel het zwarte puntje aan de snavel mij op. Welke functie zou dat randje hebben? Geen idee. Ik hoef ook niet alles te weten. Wat ik wel weet is dat er nog veel te ontdekken valt. Gelukkig maar.