Gisteren een drukke werkdag gehad met een netwerkbijeenkomst. Prima verlopen, alleen heb ik daar altijd wel een vol hoofd van. En wat is er dan fijner om lekker vroeg op de fiets te zitten en de zon te zien opkomen. De natuur brengt veelal de boel weer wat tot rust, vanbinnen. Wel weer een mistige start van de dag, maar met aardig wat open stukken tussendoor. Morning!
De sloot aan de Kooiweg was onder handen genomen en de hele linkerkant was gekortwiekt. Het voelde aan alsof de kapper je een veel te kort kapsel heeft gegeven. Wat een kaalslag. De berg afval op de voorgrond meurde behoorlijk. het zal wel even duren voordat er wat leven in de kantlijn terugkomt. De rietvogels moeten nu naar de overkant van de sloot. Gelukkig zijn de dodaars trouw gebleven aan hun stekkie…
Er was deze ochtend nog een leuk natuurkundig verschijnsel zichtbaar, namelijk Heiligenschijn. Dat is die lichtvlek om de schaduw van mijn hoofd (ik sta achter een hek). Als ik zou gaan lopen, dan gaat die lichtvlek mee. Heiligenschijn is vooral te zien als de zon laag staat en schijnt op een bedauwd grasveld. Dauwdruppels retroflecteren het zonlicht van recht achter de waarnemer: invallende straling wordt in exact dezelfde richting terugkaatst als waaruit zij kwam. Dit gebeurt alleen als dauwdruppels een nagenoeg bolle vorm hebben. En dat gebeurt als de druppels zich op harige of waterafstotende blaadjes bevinden. Het is maar dat je het weet.
Ik wilde hierna de steenuilen opzoeken, maar er stonden heuse jagers bij het jagershuisje. Wellicht gingen ze gezamenlijk op jacht, in ieder geval was de kans op een zichtbare steenuil verkeken. Andere keer maar weer. Gelukkig kan ik soms snel schakelen, ik fietste door en ben vanaf een andere kant het natuurgebied ingelopen. Daar staat een bankje waar eerst een graspieper op plaats nam.
Ik volgde zijn voorbeeld. Iemand had in de verte keihard de radio aanstaan, ik kon de presentator bijna verstaan. Dat was minder, maar ik probeerde er wat van te maken door een beetje mee te swingen op de muziek. De stilte keerde terug en al mijmerend zat ik daar, de dingen van het leven te overdenken. Er staat een tekstregel uit een lied (genaamd Maarten) van Maaike Ouboter in de rugleuning gegraveerd. Het lied is tekstueel gezien niet zo mijn genre, maar wel het overdenkende karakter ervan. De zin luid: En de liefde voor het janken voor het mooie, want het is hier nog zo mooi. Het is soms om te janken, het leven. Maar er is ook de dankbaarheid voor het mooie. En zo zit ik daar op dat bankje in het Binnenveld. En dan draag ik alles maar op aan de Heer, die ‘het al’ overziet.
Over zien gesproken, schuin achter me zag ik een wat lichtere vogel in het riet zitten. Ik nam toch even poolshoogte en het bleek een paapje te zijn. En vlak daarna landde er een tapuit op het veeneikenmonument. Tjonge, mooi zeg.
Op de terugweg nog een groepje van vier kemphanen gespot, die pak ik dan toch ook nog maar even mee:
Vanmiddag nog een rondje Palmerswaard gedaan. Geen zeldzaamheden ontdekt, maar het gewone is ook bijzonder. Zoals de grote zilverreigers die door hun sierlijke verschijning sowieso de show stelen. Een echte natuurdag dus vandaag, bijkomen en opademen. Het heeft me goed gedaan.