Bevroren pad

Vorige week ben ik wel naar het Binnenveld geweest, maar de boel was afgesloten vanwege nieuw wegdek. Ik kon wel langs het Valleikanaal fietsen en heb zo een half rondje gedaan. Nu is er beduidend minder vogelverkeer in de lucht en op het land. Ook laten de vogels zich niet meer zo uitbundig horen, er zijn kleintjes (op) te voeden en dus is voorzichtigheid geboden. Gelukkig was Rakker aanwezig, dit keer in de boom. Ook wel eens leuk om ‘m op een ander plekje te zien. Verder ‘woont’ hier een heel koppeltje ringmussen, die zijn behoorlijk honkvast dus eigenlijk altijd wel kans op succes om deze leuke soort te scoren.

Vandaag vroeg op pad, er werd nog steeds gewerkt aan het wegdek, maar de hekken waren opengezet. Dus ik ben over het nieuwe asfalt naar de Kooiweg gefietst. Fijn om weer mijn gebruikelijke ronde te kunnen doen, het is zo mooi daar! De gele kwikstaart steekt prachtig af tegen het paars. Zonnetje erbij en het plaatje is compleet.

De Kooiweg is niet geasfalteerd, je moet goed uitkijken voor de grotere keien. Af en toe knoept er een flinke steen onder je band vandaan, opletten geblazen dus. En zo kon ik deze pad op tijd ontwijken. Hij ging wel in de ‘freeze-stand’, het was dan ook kantje boord.

Bij de sloot ging er juist ‘iets’ over tot actie, ik zag het nog net wegflitsen. Een heel stuk verderop zag ik telkens wat rimpels in de kant. Goed kijken en ja hoor, het was een dodaars. Zeer schuwe soort, dat blijkt. Na de Kooiweg nog naar het jagershuisje gegaan. Daar zag ik iets in het gras zitten, maar kon het niet determineren. Te ver weg. En zeg nou zelf, door deze zichtlijn moet je toch even twee keer kijken hoe het zit met de hazen.

Over zitten gesproken, ik had mijn krukje meegenomen en heb daar een heel tijdje van het zicht genoten. Ver weg en dichtbij. Want als je wat langer ergens bent, ga je steeds meer zien. Zoals deze kleine vuurvlinder. Het waaide flink en zo’n takje zwiept dan aardig heen en weer. Zaak voor de vlinder om zich goed vast te houden en voor mij om vooral veel geduld te hebben en op het juiste moment te klikken. De roodborsttapuit is wat minder fragiel, maar juist weer erg schuw. Uitdagingen genoeg dus, deze ochtend.

En dan hoor ik het rauwe geluid van de raaf. Echt zo’n oerklank, onmiskenbaar. Het bleken er twee te zijn, ze namen even zitting in de mast en trokken toen verder. Bijzonder weetje: de raaf behoort tot de familie van de zangvogels.

Op de terugweg kwam ik nog deze putter tegen, wiegend op een flexibele bamboestok. Ik heb mijn camera op de ‘vliegstand’ gezet en kon zo deze toch nog redelijk vastleggen. En de blonde buizerd met z’n blauwe labels, wie dat nou toch bedacht heeft…