Deze eerste kerstdag heb ik extra goed voor de vogels gezorgd. Eerst de tegels geveegd, er liggen nogal wat uitwerpselen door al dat vogelbezoek. Terwijl ik aan het vegen was, zag ik iets geel liggen. Het bewoog ook nog… een rups. Die heb ik expres laten liggen voor wie weet welke vogel ‘m lust. Verder de schoteltjes met zaad gevuld, vetbollen ververst en de afgekloven restjes op de grond gelegd. De pindakaaspot was nog niet leeg, die heb ik dus niet verwisseld. Zo, nu konden ze er weer even tegenaan. Nou en dat deden ze.
De roodborst kwam eerst even poolshoogte nemen onder de voederstandaard. Genoeg lekkers te vinden. Maar zijn oog viel even later op iets anders: verse proteïnen. Hij had de rups in no time naar binnengewerkt. Zo, dat smaakt!
De vink maalde met zijn snavel het velletje van de pit eraf om bij de zonnebloempit-kern te komen. En de mussen lustten overal wel pap van, die scharrelen her en der hun kostje bij elkaar.
Deze koolmees had dorst maar het water was bevroren. Maar waar een wil is, is een weg. Ook via een scheurtje kun je aan water komen. Wel goed om je heen kijken en vooral omhoog. Gevaar kan van alle kanten komen.
En de pimpel had zo’n zin in die pindakaas. Maar ja, als je zo klein bent, moet je diep gaan om bij de achterkant te komen. Heel snel dan en dan gauw weer naar buiten. Je moet er toch niet aan denken dat er opeens een spreeuw wil bikken en jij nog in de pot zit. Een spreeuw wil geen hond in de pot vinden maar zeker geen pimpel.
Op het dak van de achterburen vond nog een onderonsje plaats. Eksters en kauwtjes zijn familie van elkaar. Toch liet dit kauwtje even weten wie er de baas was. Één ekster werd van achteren in de staart gepikt en de ander werd gesommeerd zijn plekje op te geven: moeven! Hopelijk hebben ze later weer vrede gesloten.