Een prima dag vandaag om de achtertuin te doen. Lekkere temperatuur, zonnig en droog. Ik ben begonnen met het achterplaatsje. Mos en onkruid tussen de tegels vandaan halen, vegen. Daarna boodschappen gedaan, gegeten en weer verder. Onkruid weggehaald, de tuin geharkt, her en der gesnoeid. De Petunia’s die ik in het voorjaar had geplant zijn echt ‘op’. Die gingen eruit en op de opengevallen plek heb ik twee Hosta’s in pot gezet. Die stonden op een ander plekje in de tuin, best handig om verplaatsbare planten te hebben voor ‘waar meest nodig’.
Ik vond het best een spannende tuindag, want er zijn volop kruisspinnen aanwezig. Hoort echt bij de nazomer, vind ik ook helemaal niet erg maar ik heb ze liever niet in mijn nek. En bij zo’n intensieve tuinbeurt begeef ik mij midden in het groen. In eerste instantie wilde ik bij het tuingedeelte met de Anemonen alleen de voorkant doen. Maar toen dacht ik aan de Bette-uitspraak: ‘Wie zichzelf overwint is sterker dan wie een stad inneemt’. Dus hupsekee, naar de schutting toe. Daar lag best wat blad, varen-stekjes die eruit moesten en Wingerd die overal doorheen groeide. Door dit weg te halen knapte het er flink van op, maar vooral gaf het mij een goed gevoel dat ik iets had gedaan waar ik eigenlijk de kriebels van kreeg ;-).
De druiventrossen haal ik meestal rond deze tijd van het jaar weg, maar dat is nu niet nodig. De oudste jongens plukken dagelijks een trosje eraf om zo op te eten. Grappig. Robert maakte nog een opmerking, toen hij vandaag een trosje plukte: “Eten uit eigen tuin, waar kan dat nog anno 2014?!”
Zo, de tuin is weer klaar. Prima op tijd voor de verjaardag van onze druiveneter.