Opruimwoede

Storm buiten, storm binnen. Een heftig waainachtje gehad. Veel regen, harde wind. Toch klaarde het vanmorgen heel prima op en ging de zon zelfs schijnen. Dat is gezellig opstaan. Maar… toen kwam ik beneden en zag ik het: zooi. Bende. Overal. En ik had net gisteren alles schoongemaakt. Ik ga als eerste opruimen. Mopper, mopper, grom, grom. Ik bedenk allemaal trucks: koekjes en ander lekkers verbergen, zodat ik het in de hand kan houden wie wat wanneer WAAR (dus niet door het hele huis) eet. Dan een zooitas. Alles wat rondslingerd verdwijnt daarin. Nog net niet in de kliko. Gaat dit werken? Natuurlijk niet. Maar het help mij om even door deze zooidip heen te komen.

Dan wil ik de voortuin een beurt gaan geven. Die ziet er ook echt niet uit. Kom ik in de schuur mijn tuinspulletjes pakken: bende. Weer eerst opruimen en nu wel dingen in de kliko. Uiteindelijk ben ik bij de voortuin. Die natuur”zooi”, daar kan ik nog het beste tegen. Het zonnetje schijnt nog steeds heerlijk en in een uurtje is de klus geklaard. Ziezo. Ik kwam nog een lieveheersbeestje tegen. Levend. En twee knalgroene rupsjes. Verder is het erg rustig wat tuindieren betreft. Achter ook. Ik zou wat vetbollen op moeten hangen, maar volgens mij is het beter als je dat doet wanneer het echt moeilijk wordt voor de vogels om eten te vinden. Nog maar even mee wachten dan. Toch wel weer een voldaan gevoel, aan het eind van mijn opruimwoede. Grappig woord eigenlijk. Hoewel woede wel een heel heftige benaming is, voor wat ik voelde tijdens het opruimen. Opruimstress, laten we het daar maar op houden.