De Lavendel is bijna uitgebloeid en de Marjolein gaat ook uit elkaar hangen. Tijd om ze te kortwieken. Nu trekt de Lavendel nog veel gevleugelde insecten aan, dus voorzichtigheid is geboden. Maar terwijl ik bezig ben met de heggenschaar, word ik door ander volk aangevallen: mieren. Daar is geen kruid/mierendoosje/poeder tegen opgewassen, ze blijven hardnekkig hun nesten bouwen maar dus ook verdedigen. Op een gegeven moment stond ik (op mijn slippers) gewoon te dansen om de mieren geen kans te geven op me te klimmen. En gemeen dat ze kunnen bijten…
Emmers tuinafval zijn in de kliko beland, in mierenland is de rust weergekeerd en alles staat er weer netjes bij.
Het was me al opgevallen dat op een rood beukenblad iets wittigs zat. Ik dacht eerst aan een vogelveertje. Toen ik beter keek, bleek het een mot te zijn. Bijzonder beestje: