De achtertuin was een beetje smoezelig: geen ‘oerwoud’ maar ook niet netjes. Her en der piepte het onkruid tussen de tegels omhoog en ook in de borders was er wel wat te ruimen. De Muehlenbeckia kroop steeds verder de tegels op, een van mijn favoriete bladplantjes maar hij moet wel een beetje ingekort worden. Zo ook de Wilde Wingerd, die is als klimmer bedoeld, niet als grond-woekeraar.
Verder is het inmiddels oktober, wat mij betreft een mooie tijd om de vogelvoer-spullen weer te voorschijn te halen. Het vogelhuis tegen het ‘houthok’ bevestigd, de standaard met schotels op het bekende plekje neergezet en een bollenhouder eraan gehangen. De pindakaaspot-houder hing al een poosje, op mijn verzoek heeft Jeffrey het stokje ingekort.
Want dit was een ideale landplaats voor eksters en kauwtjes, maar die pikken zoveel ineens weg. De aanpassing werkte. Er kwam een kauwtje aanvliegen, ging op het kleine stokje balanceren maar kon niet meer bij de pindakaas komen. Hij hipte het dak op, wellicht verbaasd en vloog er onverrichte zaken vandoor. Voor de bezoekende mus was het geen probleem. En de pimpelmees, die smulde van de zonnebloempitten.