Het is koud. Heel koud. Vind ik dan, want ik ben een echt kou-kleum. Maar wat is die witte wereld mooi. En stil. Als ik tussen bomen door fiets heb ik het idee dat ik in Narnia ben. De geluiden zijn gedempt, lijkt het wel. Er was wat brood over, dat ik verkruimelt heb voor op de buitentafel. Dat vonden de vogels wel wat. Na een andere broodmaaltijd had ik ontbijtkoek over. “Lusten de vogeltjes dat wel, mam?”, vroeg Matthijs. Nou en of. Ik had ook wat onder de bomen gestrooid. Het was zo weg. Meneer en mevrouw merel komen regelmatig onze tuin bezoeken. Meneer merel vind ik het mooist. Zo prachtig gitzwart met een fel oranje snavel. Ik heb veel geduld geoefend om deze vogel op de foto te krijgen. Terwijl wij vandaag aan het “tussen-de-middag-eten” waren, kwamen er twee meeuwen. Die lustten ook wel wat. Toen ze weg waren, kwamen de merels weer. Ik heb wel eens gelezen dat er een rangorde heerst onder de vogels. Zoiets van hoe groter de vogel, hoe meer recht op wat dan ook. Tja. Er waren wat broodkorsten over en geknoeide Hakado-kerstpakketschuddebuikjes. Ook weer op de buitentafel. En smullen dat mister merel deed. Grappig. Ik vind het erg leuk om zo de vogels te voederen i.p.v. dierenwinkelspul. Back to basic. En volgens mij vinden de “birdies” dit gevarieerde menu ook prettig. Dus als u een dansende merel ziet, dan zou dat wel eens onze merel kunnen zijn. Zijn buik gevuld met schuddebuikjes.