Gisteren heb ik het nog met Wilma gehad over de tuin en dat ik de boel maar een beetje zo liet. Niet omdat ik het mooi vind, want ik houd niet zo van dood bladmateriaal. Maar meer omdat ik het nog wat rustig aan moet doen, vanwege de kaakoperatie. Maar het zonnetje scheen zo heerlijk vandaag. En toen ben ik toch maar aan de slag gegaan. En dan ben ik dus niet meer te houden. Ik kan niet zo goed gedoseerd tuinieren. Het is meer alles of niets. Onze kliko en die van de buurman zitten aan het eind van de schoonmaaksessie vol. Dat weerhoud mij ervan om ook de voortuin onder handen te nemen. Hoewel, ik heb spierpijn in mijn armen en een blaar op mijn duim. Ik ben ook niks meer gewend, dat blijkt. Vorige week had ik gezellige gele chrysanten gekocht voor buiten, maar die stonden er de volgende dag niet zo feestelijk meer bij. Veel te koud, natuurlijk. Maar ’s kijken of ik morgen wat steviger buitenspul kan kopen, want nu is alles wel erg kaal. Mijn voorkeur gaat uit naar geel. Dat vind ik zo’n vrolijke kleur voor de toch wat sombere wintertijd. Narcissen misschien? We zullen zien.